05. Nieuw denken en doen in de wijkverpleging
05. Nieuw denken en doen in de wijkverpleging

05. Nieuw denken en doen in de wijkverpleging

Wie staat er aan het roer bij de zorg voor de klant? Vraag het een chirurg in het ziekenhuis, een vrijgevestigd psychiater of de huisarts om de hoek, en het antwoord is duidelijk: ‘Dat ben ik, als zorgprofessional’. Maar geeft de wijkverpleegkundige hetzelfde antwoord?

Voor veel zorgprofessionals is de zogenaamde professionele autonomie vanzelfsprekend, maar in de wijkverpleging leek het alsof er meerdere kapiteins op het schip te vinden zijn: managers, collega-zorgprofessionals met een andere discipline, of ‘het systeem’.

Toch werd al in 2015 wettelijk vastgelegd dat wijkverpleegkundigen verantwoordelijk kunnen zijn; een unieke positie. Bij Sensire wordt die verandering in de praktijk ook steeds meer zichtbaar, met het ontstaan van het Platform Wijkverpleging als resultaat. Zij richten zich op de verdere ontwikkeling van professioneel eigenaarschap en leiderschap: het vermogen van wijkverpleegkundigen om verantwoordelijk te willen en kunnen zijn voor hun eigen proces van zorgverlening.

Bijzonder vaak

Hoe die verantwoordelijkheid eruitziet wordt bij Sensire niet door de organisatie of vanuit financiering vastgelegd, maar vanuit de zorginhoud, door zorgprofessionals zelf. Vanessa Schroer is één van de leden van het Platform Wijkverpleging. Zij ziet er naar uit dat wijkverpleegkundigen zelf herontdekken hoe bijzonder hun vak eigenlijk is. “Vergis je niet: er is een groot verschil tussen een wijkverpleegkundige en een verpleegkundige in een ziekenhuis, de psychiatrie of de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Alleen de wijkverpleegkundige mag zonder inmenging van derden, in samenspraak met de klant, komen tot oordeelsvorming over de best passende zorgverlening”.

In de praktijk blijkt die nieuwe rol toch ingewikkelder dan gedacht."

Onomkeerbaar

Voor veel zorgprofessionals klinkt dat niet zo revolutionair. Maar in de praktijk blijkt die nieuwe rol toch ingewikkelder dan gedacht. Vanessa: “Want hoe ga je het gesprek aan met een klant van 90 die zijn hele leven hard heeft gewerkt en het heerlijk vindt om volledig verzorgd te worden? Daar betaalt hij immers verzekeringsgeld voor? En hoe ga je om met een klant die al jaren wordt gedoucht omdat dat in de CIZ tijd de enige manier was om hulp bij eenzaamheid te bieden en de klant die zorg erg waardeert?”

Die nieuwe manier van kijken en doen is noodzakelijk en onomkeerbaar, stelt Vanessa. “Er komt een enorme uitdaging op ons af: vergrijzing en een enorme krapte op de arbeidsmarkt. Dat maakt het heel belangrijk dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, en daarin hebben we als wijkverpleegkundigen een sleutelrol. We moeten continu heel goed onderzoek doen naar wat er in al die individuele situaties nodig is, wat klanten helpt om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen, met zoveel mogelijk eigen regie en zo min mogelijk professionele inzet.”

Een nieuwe kijk op het vak en nieuwe uitdagingen in de praktijk: dat vraagt om wijkverpleegkundigen die staan voor hun vak. “We willen als verpleegkundigen nog beter vastleggen wat we doen en wat ons denkproces is. Alleen op die manier wordt steeds beter zichtbaar wat het effect van zorg is op het leven van de klant en wat goede praktijken zijn.”

Zo krijgt de wijkverpleegkundige weer de rol die hem of haar toekomt: de spil in het leven van de klant om in het dagelijkse leven om te gaan met een medische aandoening of een risico daarop. Een volwaardige partner voor de huisarts, het aanspreekpunt in de keten en een deskundige begeleider voor de klant. Voor veel collega’s zijn het spannende tijden: professioneel eigenaarschap en leiderschap vraagt om verantwoordelijkheid en een nieuwe manier van denken en doen.