“Er is hier geen bal meer te doen”, zei mevrouw van Amerongen tegen haar dochter Ans. Het is april 2020 en Het Grotenhuis in Twello gaat helemaal dicht voor bezoek. Samen met Ans keken we in het najaar van 2020 terug en vooruit in coronatijd: “Kwaliteit van leven is een groot goed, waar we over moeten blijven praten.”
“Ik kan me het moment van het sluiten van de verpleeghuizen goed herinneren,” zegt Ans. “Ik ben nog snel naar mijn moeder gegaan om de was op te halen. En dan sta je ineens buiten. Die sluiting zagen we natuurlijk aankomen, maar je wordt alsnog overvallen. Het was heel onwerkelijk dat iemand anders dan de bewoners zelf of hun naasten dat bepaalde. Zij wonen daar, wij zijn te gast.”
Ans zorgde samen met andere naasten voor momenten van geluk. “Ik heb nog de luxe dat mijn moeder op de begane grond woont. Iedere dag kwam ik voor of na mijn werk even zwaaien. En schreef ik een verhaal met foto over haar op mijn Facebookpagina. Samen met de andere dochters en zonen startten we een actie om kaartjes te schrijven en regelden we met de lokale geluidsman een raambelplek in een leegstaand appartement. De bloemschikcursus voor bewoners kon ook niet doorgaan, dus heb ik met de andere dames bloemetjes gemaakt voor de bewoners. Zo deden we wat we konden.”
Voor de moeder van Ans was het wel zwaar. “Er is hier geen bal meer te doen,’ zei mijn moeder. Gelukkig kunnen we nu onze naasten weer bezoeken. Ik denk dat ik voor 95% van de bewoners spreek als we zeggen dat ze dat niet opnieuw willen meemaken. Ik vind dat we allemaal ook onze eigen verantwoordelijkheid hebben. Nu denk je wel drie keer na voordat je je naaste gaat bezoeken.”
Ans en de andere leden van de bewonersraad denken graag mee over kwaliteit van leven, ondanks de omstandigheden. “Iedereen wil een zinvol leven, wil gelukkig leven. Die wens wordt niet minder als je in een verpleeghuis gaat wonen. Alleen gaat het niet meer vanzelf. Daarom is het zo belangrijk om te blijven praten over de dingen die waardevol zijn. Als naasten staan we meer dan paraat om daarover mee te denken en ook onze eigen handen uit de mouwen te steken. Gelukkig was er na de eerste golf en na het opheffen van het bezoekverbod wel ruimte om weer samen na te denken over hoe we de dingen gaan doen voor onze naasten. We zoeken samen naar wat wel kan en wat we samen met het zorgteam op kunnen pakken. Wat dat betreft ben ik echt een rasoptimist. Natuurlijk zijn er regels, maar het is ook wel een beetje onze rol om daar soms dwars doorheen te gaan. Natuurlijk in overleg met het zorgteam, want je moet het wel met elkaar doen.”
Samen zetten we de schouders eronder in de strijd tegen corona. Om het virus tegen te gaan, maar ook door manieren te vinden om met deze situatie om te gaan. Er ontstonden allerlei creatieve ideeën, mooie samenwerkingen, en er werd spontaan hulp aangeboden op allerlei manieren. Deze verhalen deelden we met familie en al die andere mensen die zich betrokken voelen bij onze bewoners.
Ook in de locaties van oud-Sutfene in Zutphen en Lochem streefden onze collega’s naar een blije bewoner, wat weer leidt tot blije medewerkers. De professionele adviesraad (PAR) van oud-Sutfene:
“Wanneer onze bewoners leven zoals ze willen, brengt dat blijdschap. Voor hen maar ook voor onze medewerkers. Corona maakte dat in 2020 wel een heel stuk lastiger, ondanks de geluksmomentjes die alle afdelingen probeerden te creëren voor bewoners en cliënten metnieuwe vormen om de verbinding met de buitenwereld in stand te houden. Denk aan babbelramen, extra tijd maken om samen met de bewoner te Skypen met hun naasten, zorgen dat de bewoner bij het raam is als familie even komt zwaaien, als ‘koerier’ werken om pakketjes en schone was van familie naar de bewoners te brengen. Deze initiatieven zijn allemaal op de afdelingen in samenspraak met activiteiten en welzijn ontstaan. Daar zat de echte creativiteit.”