Voor mensen met dementie zijn de mogelijkheden om eigen keuzes te maken beperkt. Dat kan voelen als een verlies van vrijheid. Want vrijheid is voor mensen met dementie even belangrijk als voor ieder ander. Zoveel mogelijk vrijheid bereik je alleen als je samen, met de bewoner en iedereen om hem of haar heen, zorgt voor een veilige en fijne omgeving.
Op verschillende locaties streven we naar zo veel mogelijk vrijheid. Mensen die dementeren mogen zich bij ons vrij bewegen en hun eigen keuzes maken. Zij blijken daardoor actiever, mobieler en gelukkiger.
Vrijheid komt niet alleen tot uitdrukking in de dingen die mensen doen. Het is ook een gevoel. Het kan onprettig zijn om aan een deur te voelen en te merken dat die op slot zit. Bij een deur die opengaat, is het besef dat je eruit kán vaak al genoeg om vrijheid te ervaren. Daarom zijn de deuren van onze huizen voor mensen met dementie in principe nooit gesloten.
Naar elkaar omkijken
Dat betekent wel iets voor de medewerkers, de naasten en zelfs de maatschappij. Samen dragen we de verantwoordelijkheid voor het welzijn van mensen met dementie. Sensire voert graag het gesprek over wat een goed leven is. Dan gaat het al gauw niet meer alleen over zorg, maar over de hele omgeving. Kijken we voldoende naar elkaar om? Kunnen we mensen met dementie veiligheid bieden zonder ze hinderlijk in hun vrijheid te beperken? Niet de zorg, maar de relaties komen dan centraal te staan. Echte aandacht en betrokkenheid. Praktische en creatieve oplossingen met mantelzorgers, vrijwilligers en het zorgteam. En een beetje lef. Het lef om los te laten. Het is de moeite waard voor een blij en zinvol leven.
In de huizen van Sensire doen we ons best om bewoners zich echt thuis te laten voelen. Vandaar dat deuren en kastjes niet gesloten zijn, behalve als dat voor de veiligheid van de bewoner beter is. Overdag zijn de verzorgingshuizen gewoon open en kunnen bezoekers en bewoners naar binnen en naar buiten. Soms zijn er voorzieningen, zoals in de lift of in de vorm van een traphekje, die voorkomen dat bewoners in de problemen komen. En ’s avonds en ’s nachts moeten bezoekers aanbellen om binnen te komen. Want wie zet er nu ’s nachts zijn voordeur open?
De eigen kamer van de bewoner beschouwen we als privédomein. Als de bewoner of zijn of haar naasten dat willen, kan deze worden afgesloten om persoonlijke eigendommen te beschermen. Bewoners die daartoe in staat zijn en hun naasten kunnen een sleutel krijgen.
Met ingang van 1 januari 2020 is de Wet zorg en dwang (Wzd) van kracht. Deze wet vraagt ons om nog beter te kijken naar de bewegingsvrijheid van mensen met dementie. De wet regelt onder welke omstandigheden onvrijwillige zorg kan worden verleend of wanneer iemands vrijheid mag worden beperkt. De wet geldt voor mensen met dementie die wonen in een verzorgingshuis, verpleeghuis of in een kleinschalige woonvorm. De wet geldt ook voor mensen met dementie die thuis of bij een dagbesteding verblijven.
Dat is alleen aan de orde bij dementie én als er ‘ernstig nadeel’ is voor de bewoner of client of zijn omgeving. Dus als het echt niet anders kan. Bijvoorbeeld als er een risico is op levensgevaar, ernstig lichamelijk of psychisch letsel of agressie naar en van anderen. Als er geen alternatief is, en er wel voldoende is geprobeerd, dan mag de vrijheid worden beperkt of mag er onvrijwillige zorg worden toegepast. Maar zo kort mogelijk, en als laatste redmiddel.
De Wet zorg en dwang regel ook de rechten van mensen die onvrijwillige zorg krijgen. Is er onenigheid over de manier van zorg verlenen, dan bespreekt het team met de bewoner en zijn of haar vertegenwoordiger een ‘stappenplan’. Daarin is vastgelegd dat we de situatie geregeld samen bespreken. Uiteindelijk blijft het doel: zo veel mogelijk vrijheid.
Heeft u een vraag of een probleem, neem dan gerust contact op met uw contactverzorgende. Bewoners of cliënten en de mensen die hen vertegenwoordigen, hebben recht op ondersteuning bij vragen en klachten. Daarvoor is er een onafhankelijke cliëntvertrouwenspersoon beschikbaar. Voor de Wet zorg en dwang is er ook de onafhankelijke ‘Klachtencommissie Onvrijwillige Zorg’ (KCOZ).