“De avond voordat ik in het Zorghotel aan de slag zou gaan lag ik in bed te piekeren. Ik maakte me druk, maar dacht ook ‘Irm, je zit al jaren in het vak, je kunt het!’ Maar ja, zorg leveren aan zieke patiënten met COVID-19, dat is niet niks. Ook had ik net mijn opleiding tot teamverpleegkundige afgerond; ik was nog maar een dag teamverpleegkundige. Maar wat me over de streep trok was dat ik in goed overleg met mijn eigen team op Sydehem, naar het Zorghotel kon gaan. En het feit dat ik er heel veel kan leren. Ook al zit je al 100 jaar in het vak, er is altijd iets te leren. Daarnaast werd ik er in gesprekken met collega’s van het Zorghotel van overtuigd dat we in het Zorghotel, met al onze bescherming, veiliger zijn dan in de supermarkt. Daar zit zeker wat in. Als je alleen al nagaat hoeveel stappen we moeten ondernemen om ons boterhammetje op te kunnen eten in de pauze.”
Irmgard overlegde eerst wel goed met het thuisfront: “Als ik dit ga doen, ben ik dan nog welkom bij jullie thuis? Vroeg ik aan mijn ouders en schoonouders. Want ik snap heel goed dat het idee van echt in ‘de rode zone’ staan, angst oplevert. Maar door dat gesprek gewoon aan te gaan, kun je het er goed over hebben.”
Het moment was daar, Irmgard startte op het Zorghotel. “Alles was nieuw: de collega's, sommige systemen, de patiënten, behalve de magnetron. Die hebben we bij ons in Sydehem ook”, lacht Irmgard. “Maar even zonder gekheid, ik voel me heel welkom. Iedereen is begaan met je en er is altijd iemand die voor je klaar staat. Ik bedacht me dat er ook niet van me wordt verwacht dat ik meteen alles al weet. En ik besef me dat ik ook niet mag vergeten wat ik zelf allemaal aan kennis en ervaring mee breng.”
In het Zorghotel staat Irmgard een dag in de week in zorg, de andere twee dagen is ze coördinerend verpleegkundige. “Dat is een goede combinatie. Omdat je in zorg staat weet je wat er op de afdeling speelt, ook wanneer ik op kantoor zit. Dat is erg makkelijk in het contact met de SOG en huisartsen. Ook al komen de collega’s allemaal uit een andere organisatie, we hebben maar een doel: Dat onze klanten - want zo voelt het, onze klanten - naar hun thuissituatie kunnen. Dat is ons grootste goal. En de mensen waarvan je weet dat die niet meer naar huis gaan, een fijn afscheid kunnen bieden. Ik neem mijn pet af voor al die organisaties die in dit waardevolle initiatief samenwerken en tegelijkertijd de expertise rondom het zorgen voor COVID-19 patiënten aan elkaar doorgeven.”
En patiënten in het Zorghotel zijn blij dat het zorghotel er is. “Veel families zijn blij dat er een voorziening zoals het Zorghotel er is. Patiënten voelen zich veilig en weten dat er echt voor hen gezorgd wordt. Zoals een echtpaar dat zelf niet eens de kracht heeft om een kopje soep te bereiden.”
Irmgard neemt het met de dag. “Ik hoop uit de grond van mijn hart dat deze shit - want dat is het echt - heel gauw voorbij is. Als de vaccins er zijn, ik sta vooraan! Voor mijn geliefden zoals mijn gezin, de bewoners en collega’s om me heen, voor heel de wereld. Ik kom uit een gezin waar we heel graag knuffelen. Zoals met mijn ouders, schoonouders en met mijn op zichzelf wonende dochter, maar dat doe ik nu gewoon niet. Heel bewust niet. Het is niet anders. Voor nu is de druk nog niet geweken. Sterker nog, als de cijfers op de ic’s dalen, komt voor ons op het Zorghotel de piek. Dat maakt dat ik echt per maand bekijk waar we staan. De situatie is niet rooskleurig, maar laten we hopen!”